14.6.06

Luide Mars (3-de deel)

Cédric Visart de Bocarmé, procureur van Luik preciseert dat Abdellah Ait Oud niet voorwaardelijk vrij was. Formeel heeft hij gelijk, voor de rest is het, hoe je het wil zien.
Gisteren herkende Abdellah Ait Oud zijn foto op TV. Hij meldde zich bij de politie.

Hier een greep uit het verleden van de "bevoorrechte getuige", de " niet verdachte" , de man met " één zedenfeit met meerderjarige". Over
het gerechtelijk verleden van Abdellah Ait wisten de Vlaamse media amper enige waarheid te vertellen. Voor die platbroeken waren de correcte wensen van la Onckelinx et C° zo goed als heilig !

In april 1994 werd Abdellah Ait Oud onder aanhoudingsmandaat geplaatst voor verkrachting van zijn nichtje, dat toen 14 jaar was. De verkrachtingen waren begonnen toen het meisje 6 jaar was. In haar dagboek noteerde ze :"Ik haat mijn oom omdat hij mij verkracht". Ait Oud werd veroordeeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaar en een onder probatiestelling van 1 jaar. (Eerst ontkende hij zijn misdaden, later beweerde hij dat hij zijn nichtje pas vanaf de leeftijd van 11 jaar misbruikte.)
Na 21 maanden kwam hij voorwaardelijk vrij. ( Volgens de Wet Lejeune kan een veroordeelde - mits goed gedrag - bij een eerste straf vrij komen na 1/3 van de straftijd.)

Op 7 september 1997, werd hij aangehouden voor diefstallen en weer opgesloten. En weer voorwaardelijk vrijgelaten.

Op 10 maart 2001 om halftien 's morgens benadert hij in Flémalle een 14-jarig meisje, dat met haar hondjes wandelde, om haar de weg te vragen. Hij grijpt haar slaat haar met een steen op het hoofd en sleurt ze in zijn auto. Omdat ze dreigt te ontsnappen, slaat hij haar opnieuw met de steen op het hoofd en rijdt snel weg. Het meisje blijft bij bewustzijn. Hij brengt haar naar Grâce-Hollogne. Temidden de velden stopt hij langs een modderige weg . Hij ontkleedt haar, verkracht, gooit haar uit de auto, laat haar achter. Getraumatiseerd bereikt het meisje op eigen kracht een woning om hulp te vragen. Door haar getuigenis wordt Abdallah Ait Oud aangehouden .
Op 24 april 2001 wordt hij onder aanhoudingsarrest geplaatst voor aanranding, slagen en ontvoering. Hij ontkent de feiten.

Sinds 14 december 2005 is Abdallah Ait Oud opnieuw vrij , nadat hij voordien geïnterneerd was in de justitiële inrichting "ter bescherming van de maatschappij" te Paifve. Hier verblijven een 160 (geesteszieke) geïnterneerden die niet verantwoordelijk zijn voor hun daden. Ze zitten er niet als straf, maar wel om te genezen. Als ze geen gevaar meer zijn voor zichzelf of een ander, mogen ze beschikken.
Cédric Visart de Bocarmé heeft dus gelijk: Abdallah Ait Oud is niet voorwaardelijk vrijgelaten.
Dat Abdallah Ait Oud nog onder toezicht van de gerechtelijke instanties zou moeten zijn zal de procureur wel niet kunnen ontkennen. Dat gerechtelijke instanties weten waar hun genezen geesteszieken zich ophouden en waarmee ze zich zoal bezighouden ligt voor de hand, - in een rechtstaat.
Even gerecht is het, dat de buurt, waar genezen kinderverkrachters hun reïntegratie mogen uitproberen, totaal in het ongewisse moet blijven over het verleden van die genezenen. Maar verkeren voorwaardelijk vrijgelaten gevangenen of voorlopig genezen gekken in een kinderrijke volksbuurt wel in een voor hen gunstigste omgeving ? Is een verblijf in de woonbuurten van een Madame Onckelinx of een Mijnheer Dewael geen beter alternatief voor ex-gedetineerden. Dat laat de exgevangenen toe zich te spiegelen aan betere voorbeelden dan die van de volksbuurt, met al zijn problemen en verlokkingen. En de ministriële omgeving zal niet nalaten te weten te komen of ze haar kinderen niet beter van straat haalt.

Of Abdallah Ait Oud al dan niet in oude gewoontes vervallen is, een misdaad zal hij niet vlug bekennen.
Als de verdwenen meisjes niet meer terugkeren en als de ex-verkrachter hun verkrachter en moordenaar is, heeft Paifve zich vergist, het systeem nogmaals grondig gefaalt. Weer zal geen minister zich verantwoordelijk tonen en opstappen.
De mars vertrekt.

Labels: , ,