marxistisch omgetunede zombie
Kneden de dagloners der gesubsidieerde media vrije mensen tot kritiekloze volgelingen van hun broodheren? Het Vlaamse onderwijs is hun vooraf gegaan. Daar is het pleidooi voor de vorming van kritische geesten verloren. Ervaren leerkrachten even als vers gediplomeerden worden door hun Vlaamse overheid als peuters betutteld. Gerobotiseerde gelijkschakeling, administratieve onderwerping, spreken en handelen, doen en laten in functie van betwistbare eindtermen, ondermijnen de universele onderwijstaken.
In Tijd voor Vrijheid van Onderwijs dringt Jos Verhulst door tot de kern der Vlaamse lamlendigheid. Hier een kopie van zijn tekst, zoals te lezen op The Brussels Journal:
Er is een schooltekort dat diverse vormen aanneemt.
In het grootstedelijk lager onderwijs ontstaat een absoluut onderaanbod. Daar vinden talrijke gezinnen, die niet aan de politiek-correcte voorkeuren beantwoorden, stomweg geen plaats meer voor hun kinderen.
In het middelbaar onderwijs ontstaat een specifiek tekort aan ‘goede’ scholen die beantwoorden aan de voorkeuren van de meeste gezinnen. Het resultaat van de staatsbemoeienis is hier dat men rijen kamperenden voor deze scholen ziet ontstaan. Ook leerlingen in de lagere afdeling van een school, die willen doorstromen naar de middelbare afdeling in dezelfde instelling, worden in de wachtrijen aangetroffen. Zelfs leraren die hun eigen kinderen willen inschrijven in de school waar ze zelf les geven, moeten in sommige gevallen de nacht doorbrengen op het voetpad.
Deze wachtrijen zijn een oostblokverschijnsel dat zijn oorsprong vindt in de socialistische staatsbemoeienis in de onderwijssector. De politieke kaste heeft aan de scholen, met de subsidiestok in de hand, een bureaucratisch inschrijvingsysteem opgedrongen dat het principe van de individuele vrije overeenkomst tussen school en gezin usurpeert. Dit systeem wordt opgedrongen in naam van een immorele en logisch onmogelijke doelstelling, namelijk de realisatie van ‘gelijke kansen’ voor alle kinderen.
De staat is er ook in geslaagd om een tekort aan schoolgebouwen te creëren. Vele schoolgebouwen zijn hopeloos verouderd. Op allerlei plaatsen wordt les gegeven in ‘tijdelijke’ barakken. Er is geen geld voor een ‘inhaalbeweging’.
Een lerarentekort dreigt. Momenteel doet dit fenomeen zich voor in Brussel, waar een aanzienlijk deel van de vacatures niet ingevuld raakt en heel wat leraren wegvluchten. Dezelfde mechanismen kunnen zich binnenkort ook in andere grootsteden voordoen. Naarmate het lesgeven hachelijker wordt, zullen meer leraren afhaken, en minder nieuwe leraren binnenstromen. Op dit domein ontstaan gemakkelijk zelfversterkende effecten: naarmate het lerarentekort toeneemt, wordt het lesgeven moeilijker voor diegenen die nog op post zijn, zodat deze laatsten een grotere neiging zullen vertonen om eveneens de kap over de haag te gooien.
Het lijkt weinig waarschijnlijk dat de heersende kaste in staat zal zijn om op termijn de glijdende ondergang van het schoolsysteem te beletten. Enerzijds worden in de grootsteden de problemen snel groter, om de bekende redenen die men niet mag uitspreken. Anderzijds is de staat een soort financiële zombie: voortstrompelend op automatische piloot, maar dood wegens bankroet. Het is hoog tijd om te focussen op een weinig uitgesproken waarheid.
Deze waarheid luidt dat het bestaande schoolsysteem slechts kan bestaan op basis van een massale concurrentievervalsing. Deze vertekening van de concurrentie geschiedt door het subsidiemechanisme. De staat berooft langs fiscale weg met geweld de burgers. Het ingepikte geld wordt gedeeltelijk gebruikt om dwangdiensten te produceren. Een dwangdienst is een dienst waarbij de ‘cliënt’ niet de vrijheid heeft om naar een concurrerende producent uit te kijken. Zo worden wij met geweld verplicht om de diensten te aanvaarden van de ‘sociale zekerheid’. De mogelijkheid om uit te kijken naar een alternatief verzekeringsstelsel is wettelijk verboden. Hetzelfde geldt voor het onderwijs. De fiscus pikt uw centen en op het vlak van onderwijs kunt u voor die centen enkel iets terugkrijgen, indien u bij het staatsgecontroleerd onderwijs in de wachtrij gaat staan.
In Vlaanderen bestaat, in tegenstelling tot Wallonië of Duitsland, een theoretische mogelijkheid om uit dit systeem te stappen in de zin, dat men ook thuisonderwijs of andere vormen van privé-onderwijs kan inrichten. De financiële kost is echter zeer hoog. De fiscus blijft het autonoom lerende gezin immers beroven om hiermee het staatsgecontroleerd onderwijs te betalen. Het autonoom lerende gezin wordt dus door de staat gedwongen om voort te betalen voor een ‘dienst’ die door dit gezin niet is gewenst. Ter verhoging van de dwang bestaan aanvullende kafka-regels. Indien bijvoorbeeld een jongere achttien jaar oud is geworden, blijft de staat toch het kindergeld uitbetalen, mits de betrokkene op een gesubsidieerde school is ingeschreven. Deze betaling loopt ook wanneer de betrokkene niet leert en geen enkel examen met succes aflegt. Een autonoom lerende achttienjarige krijgt daarentegen geen kindergeld, ook niet wanneer deze wél leert en dit bewijst door succesvol examens af te leggen en een diploma te behalen bij de centrale examencommissie. Voor de heersende kaste is immers niet het succesvol leren van belang, maar wel de onderwerping aan haar dwangdiensten.
De in bovenstaande paragraaf geschetste maffieuze stand van zaken wordt door de volledige politieke kaste gebillijkt, van het VB tot Groen!
Niettemin kan het anders. Een simpel alternatief is het volgende.
Men kan gezinnen die, alleen of in samenwerkingsverband, zelf onderwijs organiseren, het geroofde belastingsgeld teruggeven dat anders naar het schoolsysteem gaat. Voor een middelbare scholier bijvoorbeeld, gaat dat om zo’n zesduizend euro per jaar. Men kan aan die gezinnen een simpele voorwaarde opleggen: het geld wordt enkel gegeven nadat succesvol centrale examens zijn afgelegd. Dat is dus een boter-bij-de-vis criterium, waaraan de staatsgecontroleerde scholen niet moeten voldoen.
Deze regeling zou voor gezinnen die dit wensen, de mogelijk openen om voor vakken waar dit nodig is, een leraar in te huren. De jongeren hoeven niet meer door de ochtend- en avondspits, de kosten voor schoolgebouwen vallen weg, en goedbegaafde leerlingen kunnen hun diploma enkele jaren vroeger halen. Door het zelfstandig organiseren van de leeractiviteit wordt sociaal kapitaal geproduceerd. Leraren kunnen een vrij onderwijsaanbod creëren. Inspectie door de staat is overbodig.
De politieke kaste moet wel een aantal ‘bevoegdheden’ afgeven, die zij zich in de loop der jaren ten onrechte heeft toegeëigend.
Ten eerste moet zij ophouden om ‘gelijke kansen’ na te streven. De staat dient de burgers gelijk te behandelen, en moet ophouden met het opleggen van ongelijke behandeling met het oog op het creëren van ‘gelijke kansen’. Mensen hebben ongelijke talenten en worden geboren in ongelijke omstandigheden. ‘Gelijke kansen’ kunnen onmogelijk worden gerealiseerd en het is immoreel om dit doel na te streven. Momenteel geeft de heersende kaste bij de inschrijving in de scholen een voordeel aan diegenen die thuis geen Nederlands spreken. Dat betekent bijvoorbeeld dat immigranten die zich integreren en op het gebruik van het Nederlands overschakelen, worden benadeeld ten opzichte van immigranten die geen inspanning leveren en geen Nederlands leren. Mensen creëren door hun individuele inspanningen voortdurend onderlinge ongelijkheid, die ook resulteert in ongelijke kansen. Ouders die een meer dan gemiddelde inspanning leveren voor de opvoeding van hun kinderen, creëren daardoor inderdaad ongelijke kansen in het voordeel van hun kind, doch hieruit vloeit geenszins voort dat de staat dan moet interveniëren om de voortgebrachte ongelijkheid weer af te toppen. De doelstelling van de ‘gelijke kansen’ is totalitair en immoreel en is een politieke usurpatie van de moreel terechte doelstelling van de realisatie van ‘voldoende kansen’ die wél uit het natuurlijk recht van het menselijk individu voortvloeit.
Ten tweede dient de politieke kaste het idee op te geven, dat zij op één of andere manier de burgers moet opvoeden. De heersende kaste heeft zich tot doel gesteld om, ondermeer via het onderwijs, de samenleving om te vormen tot een kweekvijver voor zombies die haar gezag aanvaarden en normaal vinden. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in de ‘eindtermen’ waarin men (in tegenstelling tot het klassieke schoolprogramma) ook allerhande doelstellingen heeft opgenomen die het morele innerlijk en de ‘attitudes’ van de mens betreffen. In een democratische samenleving is het ondenkbaar dat de staat probeert om bij de burgers bepaalde morele of maatschappelijke doelstellingen in te planten. Een democratische staat heeft te wachten op wat van buitenaf, vanuit het soevereine geestesleven van de individuen, aan nieuwe maatschappelijke impulsen en gezichtspunten wordt aangedragen. Anders gezegd: een democratische staat is – hoe vreemd dit ook moge klinken in politiek oren – een instrument in handen van soevereine burgers. Momenteel hebben we te maken met een losgeslagen particratische staat die probeert om, ondermeer via het onderwijs, het soort burgers te creëren dat aan die staat en de heersende kaste welgevallig is, en bijvoorbeeld bereid wordt gevonden om inderdaad dagenlang en zonder morren op een winters voetpad aan te schuiven voor de poort van een staatsgecontroleerde school.
Laat ons breken met deze waanzin. Laat ons de vrijheid van onderwijs invoeren en laat de staat en de politieke kaste maar eens aantonen dat zij onder vergelijkbare financiële voorwaarden de concurrentie aankunnen met authentiek vrij onderwijs, dat wordt ingericht en genoten door daadwerkelijk vrije burgers.
<< Home